Acm.nl gebruikt cookies om het gebruik van de website te analyseren en het gebruikersgemak te verbeteren. Lees meer over cookies

Blog Paul de Bijl: Misverstanden stilzwijgende afstemming

Aanleiding

Onlangs publiceerde de ACM het definitieve rapport over de Nederlandse spaarmarkt, als vervolg op een concept waar belanghebbenden op konden reageren. De drie grootbanken waren stellig in hun reacties: de spaarmarkt zou concurrerend zijn, geen oligopolie, en er zou geen stilzwijgende afstemming optreden.

Mijn vorige blog (5 juni jl.) gaf een eerste duiding van stilzwijgende afstemming bij het conceptrapport over de spaarmarkt, waar drie spelers sterke marktposities hebben – een oligopolie – en spaarders overstapkosten ervaren. Deze blog maakt het begrip stilzwijgende afstemming concreter en bespreekt gangbare misverstanden daarover.

Concreet voorbeeld

De economische theorie en speltheorie zien stilzwijgende afstemming (ook: stilzwijgende collusie of tacit collusion) als een concurrentie-evenwicht dat kan optreden bij langdurig herhaalde interacties tussen bedrijven. Impliciet – ofwel zonder afspraak of contact – stemmen bedrijven in zo'n evenwicht hun gedrag op elkaar af, waardoor de concurrentie vermindert en afnemers slechter af zijn.

Hoe werkt dat? Neem twee ijsverkopers op hetzelfde strand die, los van elkaar, elke ochtend de dagprijs van een bolletje ijs kiezen:

  • Bij gezonde concurrentie betalen consumenten de laagste prijs en realiseren de ijsverkopers redelijke winsten.
  • Bij hogere prijzen bij beide verkopers zijn bolletjes duurder en de winsten hoger.
  • Door onder de prijs van de ander te duiken, kan een verkoper klanten wegkapen en zijn dagelijkse winst opkrikken. Omdat zijn rivaal dat ziet is er een risico dat die de volgende dag ook zijn prijs verlaagt. Dan verdampt het winstvoordeel al snel.

De ijsverkopers (die elkaar dagelijks aan het werk zien) houden dus niet alleen rekening met elkaars prijzen, maar bedenken ook hoe de ander zal reageren op een prijsverandering. Als zij het risico van een terugval naar een lager prijsniveau serieus nemen, kijken ze wel uit om aantrekkelijke overwinsten op het spel te zetten met een scherpere prijs. Zo kunnen hogere dan competitieve prijzen een stabiel evenwicht vormen.

Deze theorie gaat uit van een langdurig herhaald spel, waarbij bestaande aanbieders elke periode hun prijzen kiezen, elkaars prijzen waarnemen, in de volgende periode opnieuw prijzen kiezen, enzovoorts. De impliciete dreiging van toekomstige prijsverlagingen houdt concurrenten in het gareel zonder dat ze daar mee hoeven te dreigen.

Hoe kan zo'n stabiel evenwicht ontstaan? Bijvoorbeeld doordat de ijsverkopers na een poosje doorkrijgen hoe de concurrent reageert en snappen dat ze allebei baat hebben bij hogere prijzen. Maar hoe hoog, als daarover geen communicatie is? Via hun dagelijkse interacties doorzien de ijsverkopers steeds beter hoe hun dagelijkse winsten afhangen van beider prijzen, en kunnen ze kleine aanpassingen doorvoeren. Dan komt de gezamenlijk beste prijs door stapsgewijs leren tot stand. Of er is een logisch referentiepunt (focal point). Zoals een adviesprijs van de ijsfabrikant, een prijswijziging door een ijssalon aan de boulevard die als marktleider gezien wordt, of een publieke aankondiging door één van hen over de noodzaak van een 'inflatiecorrectie'.

De omstandigheden voor stilzwijgende afstemming zijn gunstiger naarmate aanbieders hun toekomstige overwinsten belangrijker vinden dan een (nog) hogere maar eenmalige winst, sneller elkaars prijzen kunnen zien en daar direct op kunnen reageren. Toetredingsbarrières en een klein aantal spelers houden de markt overzichtelijk en vormen ook gunstige omstandigheden.

Misverstanden

Het begrip stilzwijgende afstemming geeft snel aanleiding tot misverstanden:

  1. 'Stilzwijgende afstemming gaat gepaard met afstemming.' De benaming is inderdaad verwarrend. De afstemming vindt namelijk plaats zonder onderling contact. Net zoals een stilzwijgende afspraak een afspraak is zonder dat die is uitgesproken of vastgelegd.
  2. 'Stilzwijgende afstemming is illegaal.' De Mededingingswet verbiedt bedrijven de concurrentie te beperken met overeenkomsten of afgestemde gedragingen, maar een vaststelling van een overtreding vereist bewijsmateriaal van afstemming – wat nu juist niet plaatsvindt. Ondanks dat de verminderde concurrentie vergelijkbaar doorwerkt als een kartel, inclusief de schade voor afnemers, is er geen sprake van een overtreding van het kartelverbod.
  3. 'Stilzwijgende afstemming vereist een intentie om af te stemmen.' Integendeel, het kan organisch ontstaan doordat bedrijven elkaars gedrag waarnemen en daarop reageren. Concurrenten snappen, zonder dat te hoeven uitspreken, dat iedereen baat heeft bij hogere prijzen (en winsten).
  4. 'Stilzwijgende afstemming is eenvoudig waar te nemen.' Er is per definitie geen smoking gun zoals een schriftelijke kartelovereenkomst – die komen nog steeds voor! – of heimelijke opname van een gesprek. Maar het valt wel aannemelijk te maken, namelijk door marktgedrag te observeren, marktomstandigheden te beoordelen of de statistische aannemelijkheid te schatten.

Per definitie niet te bewijzen maar soms wel aannemelijk

Stilzwijgende afstemming is een stabiele marktuitkomst waarbij concurrenten, zonder afspraak of contact, uit elkaars vaarwater blijven. Een onuitgesproken verstandhouding om het elkaar niet moeilijk te maken. Marktomstandigheden kunnen zo'n uitkomst faciliteren, nog los van de intenties van bedrijven. Zoals in een overzichtelijk oligopolie gedomineerd door enkele grote spelers. Het is juridisch niet te bewijzen, want hard bewijs van afstemming of contact tussen concurrenten ontbreekt per definitie. Maar soms kan het wel aannemelijk zijn, als een mogelijke oorzaak – eventueel naast andere, zoals overstapdrempels of contractuele bepalingen – van een opmerkelijk hoog prijsniveau.

Paul de Bijl, Chief Economist van de ACM

Zie ook

Terug naar boven