Blog Martijn Snoep: Mededingingsautoriteiten hebben rol bij wegnemen drempels voor nieuwe Europese aanbieders
De roep om vermindering van de afhankelijkheid van bedrijven van buiten Europa wordt steeds luider. Strategische autonomie krijgt meer gewicht bij beleids- en investeringsbeslissingen in sectoren zoals energie, IT (cloud), defensie en farma. Tegelijkertijd zijn vraag en aanbod binnen Europa niet altijd goed op elkaar afgestemd. Vragers wachten op aanbod van voldoende kwaliteit, functionaliteit en schaal, terwijl aanbieders zeggen dat er te weinig vraag is om op te schalen en de kwaliteit en functionaliteit te verbeteren. Onduidelijk is wat de oorzaak is en wat het gevolg. Een klassiek kip-en-eiprobleem.
Wat kunnen mededingingsautoriteiten hieraan doen?
Beleidsmakers in Brussel en de Europese hoofdsteden denken na over verschillende oplossingsrichtingen: gericht innovatiebeleid, het wegnemen van intra-Europese handelsbarrières, Buy NL/EU-initiatieven, subsidies voor Europese bedrijven, extra eisen aan niet-Europese bedrijven et cetera. In deze blog bespreek ik wat mededingingsautoriteiten zoals de Autoriteit Consument & Markt (ACM) kunnen bijdragen aan de oplossing van het kip-en-eiprobleem. Daarbij richt ik mij op vraag- en aanbodbundeling door afspraken tussen bedrijven.
Afspraken tussen bedrijven
Een kip-en-eiprobleem is een coördinatieprobleem: de één wacht totdat de ander in beweging komt, en omgekeerd. Afhankelijk van de context is zo’n probleem op verschillende manieren op te lossen, zoals via regels, sociale normen en afspraken. Denk aan de simpele regel om allemaal rechts te rijden. Zonder die regel zou het verkeer een puinhoop worden. In ons sociale verkeer maken we vooral gebruik van sociale normen. Omdat die minder duidelijk zijn, kunnen soms ongemakkelijke situaties ontstaan. Een hand, of één, twee of drie zoenen bij begroeting of afscheid? Het zakelijk verkeer baseert zich vooral op afspraken, al dan niet vastgelegd in een contract. ‘Als jij investeert in die nieuwe productielijn, neem ik de komende jaren zoveel plaatstaal bij jou af’.
Om de Europese vraag af te stemmen op het Europese aanbod (of andersom) is meer nodig dan een afspraak tussen een individuele vrager en aanbieder over investeringen en afname. Schaalgrootte is namelijk nodig om een Europees aanbod te creëren dat kan concurreren met grote spelers van buiten Europa. Bundeling van de vraag kan daarbij helpen. Denk bijvoorbeeld aan afspraken tussen financiële instellingen om cloud-diensten af te nemen van een Europese aanbieder met nu nog onvoldoende schaalgrootte. De vraagbundeling stelt deze aanbieder in staat om snel op te schalen, en daarmee kosten te reduceren en te investeren in kwaliteit en functionaliteit. Bundeling van het aanbod kan ook helpen voor het verkrijgen van de benodigde schaalgrootte. Denk bijvoorbeeld aan Europese defensiebedrijven die gezamenlijk een nieuw luchtverdedigingssysteem ontwikkelen. Of aan Airbus, dat ooit werd opgericht om een toen nog niet bestaand Europees aanbod te creëren voor grote passagiersvliegtuigen en na jaren uitgroeide tot een Europese kampioen.
Guidance
Aan afspraken tussen concurrerende bedrijven om vraag of aanbod te bundelen hangt al snel een kartelgeurtje en strijd met de mededingingsregels. Maar bij kip-en-eiproblemen leiden afspraken juist tot het creëren van nieuwe Europese aanbieders die kunnen opboksen tegen grote spelers van buiten Europa en dus uiteindelijk tot meer concurrentie in plaats van minder concurrentie. Omdat bedrijven huiverig zijn om mededingingsregels te overtreden, hebben mededingingsautoriteiten een rol te spelen bij het wegnemen van het kip-en-eiprobleem. Zij kunnen algemene leidraden opstellen en op verzoek duidelijk maken wat in een individueel geval toegestaan is. Vergelijkbaar hiermee heeft de ACM eerder het voortouw genomen voor het geven van algemene en individuele guidance bij afspraken tussen concurrenten over duurzaamheid. Daarmee is inmiddels de nodige ervaring opgedaan. In de afgelopen jaren heeft de ACM aan tientallen bedrijven guidance gegeven. Vaak blijken de mededingingsregels meer ruimte te bieden dan bedrijven denken. De ACM is graag bereid hier een vergelijkbare stap zetten, gericht op het creëren van nieuwe Europese aanbieders, zowel in Nederland als, met de hulp van collega-autoriteiten, in Europa.
Europese kampioenen?
Het komt geregeld voor dat de discussie over het coördinatieprobleem doorschiet naar de hoogste versnelling wanneer er een politieke wens is om via fusies “Europese kampioenen” te creëren, zelfs als daarvoor bestaande concurrentie tussen grote Europese spelers overboord moet worden gegooid. Dit speelt bijvoorbeeld in de telecom. Maar dat is een andere discussie dan hier aan de orde is. Hier gaat het om de ontwikkeling van nieuwe Europese aanbieders. Zonder coördinatie via vraag- en/of aanbodbundeling komt concurrentie door deze nieuwe aanbieders niet eens tot stand. Dus laten we ons vooral richten op het creëren van Europese alternatieven die die we natuurlijk gunnen dat zij door hun prestaties zelfstandig uitgroeien tot nieuwe Europese kampioenen.
Martijn Snoep
Voorzitter ACM
Zie ook
- 20-02-2025 Blog Paul de Bijl: Industriebeleid, schaalgrootte en strategische onafhankelijkheid
- 09-12-2024 Blog Martijn Snoep: De agro-nutri Bermuda-driehoek: drie soorten van marktfalen en een uitweg
- 12-04-2024 Blog Martijn Snoep: Grote bedrijven, grote risico’s
- 06-11-2023 Blog Martijn Snoep: Kleine overnames, grote problemen
- 29-08-2023 Blog Martijn Snoep: Meer gereedschap tegen marktmacht, graag
- 31-03-2023 Blog Martijn Snoep: Meer marktwerking is niet altijd en overal de oplossing
- 26-01-2023 Blog: Panta rhei, alles stroomt