Geschilbesluit Van Tuijl Kesteren – Liander
De Autoriteit Consument & Markt (ACM) concludeert dat de klacht van Van Tuijl Kesteren B.V. tegen Liander N.V. gegrond is. In de klacht stelt Van Tuijl Kesteren dat Liander in strijd handelt met de toepasselijke wet- en regelgeving door te weigeren het volledige gecontracteerde transportvermogen (GTV) aan haar beschikbaar te stellen. De ACM oordeelt dat Liander het volledige GTV van 3.500 kW aan Van Tuijl Kesteren beschikbaar moet stellen.
Van Tuijl Kesteren is een bedrijf dat veevoeder produceert. Het bedrijf sloot in 2010 een aansluit- en transportovereenkomst (hierna: ATO) af met Liander, waarin een gecontracteerd transportvermogen (hierna: GTV) van 3.500 kW voor invoeding werd vastgelegd. Tussen mei 2017 en maart 2022 voedde Van Tuijl Kesteren geen stroom in en had daar ook geen plannen voor. Op 23 maart 2022 gaf Van Tuijl Kesteren in haar prognoses richting Liander aan dat het bedrijf van plan was om per 1 januari 2024 3.000 kW op het net in te voeden, met de intentie dit uiteindelijk op te schalen naar het volledige door haar gecontracteerde transportvermogen van 3.500 kW.
Liander weigert om meer dan 2.000 kW aan Van Tuijl Kesteren beschikbaar te stellen. Volgens Liander grijpen de zogenoemde deelmarktgrenzen (afwijkende grenzen voor aansluittarieven) in op het GTV van Van Tuijl Kesteren, waardoor zij het aan Van Tuijl Kesteren beschikbaar gestelde GTV moet beperken tot 2.000 kW –de grens van de deelmarkt waarin de aansluiting van Van Tuijl Kesteren valt. Hoewel die deelmarkgrens al bestond toen de ATO in 2010 werd afgesloten, gedoogde Liander de situatie. Liander stelt dat de mededeling Van Tuijl Kesteren om geen stroom meer in te voeden reden is om de gedoogsituatie te beëindigen en het aan Van Tuijl Kesteren beschikbaar gestelde GTV te beperken tot de deelmarktgrens van 2.000 kW.
De ACM is van mening dat de deelmarktgrenzen geen afbreuk doen aan bestaande transportrechten. De stelling van Liander dat zij verplicht is om het aan Van Tuijl Kesteren beschikbaar gestelde GTV tot de deelmarktgrens van 2.000 kW te verlagen gaat daarom niet op. Ook het bestaan van netcongestie leidt er niet tot dat deelmarktgrenzen inbreuk maken op bestaande transportrechten.
Gelet op het voorgaande oordeelt de ACM in het besluit dat de klacht van Van Tuijl Kesteren gegrond is en dat Liander in strijd handelt met artikel 24 van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 7.1, tweede lid, van de Netcode elektriciteit door te weigeren het volledige GTV aan Van Tuijl Kesteren beschikbaar te stellen.
‘Gebruik op tijd of raak het kwijt’
Het geschil tussen Van Tuijl Kesteren en Liander dateert van vóór het codebesluit GOTORK (gebruik op tijd of raak het kwijt) in april 2024. GOTORK stelt netbeheerders in staat om transportvermogen dat langere tijd niet wordt benut aan te bieden aan andere netgebruikers. Op deze manier wordt voorkomen dat bestaande capaciteit langdurig onbenut wordt aangehouden.
De ACM werkt ook aan een codewijzigingsbesluit over een invoedingstarief. Als er een invoedingstarief wordt ingevoerd kan dat ervoor zorgen dat aangeslotenen met gecontracteerd transportvermogen voor invoeding ook gaan betalen voor het vermogen dat zij niet benutten. Hierdoor worden aangeslotenen gestimuleerd om hun gecontracteerde vermogen voor invoeding daadwerkelijk te benutten of op te geven wanneer ze het niet benutten. Ook hiermee bevordert de ACM dat het elektriciteitsnet zo efficiënt mogelijk wordt benut en er ruimte op het net vrijkomt voor nieuwe aangeslotenen.