Zienswijze ACM over ‘onmiddellijke nabijheid’ bij cable pooling
Ondernemingen KS NL3 B.V. (KS NL3), KS NL 5 B.V. (KS NL5) en FP Lux REIO PV Netherlands-Lochem 2 B.V. (FP Lux REIO) (hierna gezamenlijk: de projectvennootschappen) hebben de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) verzocht om een zienswijze te geven over de uitleg van het begrip ‘onmiddellijke nabijheid’ in artikel 1, zevende lid van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet). De projectvennootschappen verzoeken de ACM om duidelijkheid te geven of de installaties waarvoor deze mogelijkheid gebruikt zou worden in elkaars onmiddellijke nabijheid liggen. Dit is een vereiste om de mogelijkheid tot cable poolen te kunnen gebruiken.
De ACM sluit in deze beoordeling aan bij de toelichting van de wetgever: onmiddellijke nabijheid wordt vooral bepaald doordat het voor de partijen economisch voordelig is om een aansluiting te delen. Daarnaast ziet de ACM voor dit specifieke geval geen andere bezwaren tegen het delen van een aansluiting. Ook is er overlegd met de netbeheerder en lijkt de oplossing niet bij te dragen aan netcongestie.
De ACM vind publicatie van deze zienswijze van belang, omdat het andere partijen die een aansluiting willen delen dezelfde informatie wil geven als de projectvennootschappen.